Voor de kippenbouillon alle ingrediënten in een grote pan doen. Breng ze aan de kook, sluit de pan, temper de warmtebron en laat dit 1 uur pruttelen. Zeef de bouillon en meet 1 liter af (kook het verder in als het meer is). Roer de wijn en de saffraan erdoor. Snijd de tomaten dwars doormidden. Druk er zachtjes op om het zaad eruit te knijpen en rasp de tomaten met een grove rasp tot de huid. Gier een eventueel teveel aan vocht af. Hak of snijd het konijn in stukjes van ongeveer 5 cm. Bestrooi ze met zout. Verhit de olijfolie in een paella-pan van ongeveer 45 cm doorsneden en zet deze indien nodig op 2 pitten. (Een grote hapjespan lukt ook uitstekend, hij moet wel in de oven kunnen). Roerbak de stukjes konijn ongeveer 10 minuten bij hoge temperatuur tot ze aan alle kanten lichtbruin zijn. Draai de pan regelmatig om de warmte te verdelen (dit geldt alleen als je een grote paella-pan over 2 pitten hebt staan) Leg het vlees op een voorverwarmd bord. Doe de paprika, de sjalotten en de knoflook in de pan en laat dit bij matige warmte ongeveer 5 minuten pruttelen. Roer de paprikapoeder erdoor, vervolgens de geraspte tomaat. Doe de limabonen, doperwten en sperziebonen erbij (de paella kan tot dit punt van tevoren worden gemaakt). Roer de rijst erdoor (ongekookt), zorg dat het mengsel in de pan aan elke rijstkorrel kleeft. Breng de kippenbouillon aan de kook en schenk die over de rijst. Voeg zout naar smaak toe en roer de stukjes konijn erdoor. Leg de takjes rozemarijn over de rijst en schuif het geheel in een oven van 190ºC.; laat het mengsel 10 minuten zonder deksel bakken of zo lang tot de rijst bijna gaar is en het meeste vocht verdampt is. Dek de pan dan af met folie en laat hem boven het fornuis nog 10 minuten rusten alvorens te serveren.